Begraafplaats
De joodse gemeente bezit een eigen begraafplaats gelegen in de lommerrijke bossen bij Oosterhout. In vroeger tijden diende dit Beit Chajiem als begraafplaats voor de overledenen uit de joodse gemeenten Breda, Oosterhout en Geertruidenberg. Ook na de ondergang van de naburige gemeenten Oosterhout en Geertruidenberg bleef deze begraafplaats haar regionale betekenis behouden. De begraafplaats, het oude bewakershuisje en het metaheirhuisje zijn door de gemeente Oosterhout, op wiens grondgebied de begraafplaats ligt, op de monumentenlijst geplaatst.
Op 26 oktober 2003 werd op deze begraafplaats een monument onthuld met de namen van hen die in de oorlogsjaren werden weggevoerd, niet terugkeerden en geen graf kregen. Zij hebben met hun namen een plaats gekregen op deze begraafplaats.
De begraafplaats kan, mede door de afgelegenheid van de plaats, slechts op afspraak worden bezocht. Voor inlichtingen: ìnfo@joodsbreda.nl
Geschiedenis
Op een plaats op de Vrachelse Heide onder Oosterhout zijn vanaf het begin van de negentiende eeuw de doden begraven uit de joodse gemeenschappen van Oosterhout en Geertruidenberg. In 1822 werd Jonas Hartog de Jong, koopman te Oosterhout, eigenaar van dit stukje grond. Voorheen begroeven de Bredase joden de overledenen uit hun gemeenschap in Oisterwijk of Oudenbosch maar vanaf 1828 werden de doden uit Breda naar de begraafplaats op de Vrachelse Heide bij Oosterhout gebracht.
Ernstige beschadigingen en grafschendingen waren in 1842 de aanleiding tot de bouw van een bewakershuisje op de begraafplaats.
Deze begraafplaats had een regionale functie. De joodse gemeenten Oosterhout, Geertruidenberg en Breda waren, gezamenlijk en naar verhouding van het aantal gemeenteleden, verantwoordelijk voor deze begraafplaats. Na de ondergang van de joodse gemeente Oosterhout (in 1899) kwam de begraafplaats volledig onder beheer van de joodse gemeente Breda. Zowel in de negentiende eeuw als de vorige eeuw werden er aanzienlijke percelen aan de begraafplaats toegevoegd. Nog in april 2001 vonden er ernstige vernielingen plaats en werden ongeveer tachtig grafstenen besmeurd. De begraafplaats is eigendom van de Nederlands Israëlitische Gemeente Breda.
Een uitvoeriger beschrijving van deze begraafplaats, als mede een inventarisatie van alle aanwezig grafstenen is opgenomen in het boek: “Verborgen in Brabantse bodem”. Joodse begraafplaatsen in Noord-Brabant (Tilburg, 2002) door J.Bader.
Dit boek kan worden ingezien of worden geleend in de SIFRIA, de bibliotheek van de Joodse Gemeente Breda. Zie: Bibliotheek > Catalogus.